In een nieuwe uitspraak van de Hoge Raad is weer benadrukt wat de uiteindelijke bedoeling is geweest van het door de overheid aan verzorgende ouders uit te keren bedrag aan kindgebonden budget.

De Hoge Raad zegt: “Bij het kindgebonden budget is sprake van een overheidsbijdrage van aanvullende aard. Het karakter brengt mee dat die bijdrage buiten beschouwing moet worden gelaten bij het vaststellen van de behoefte van de alimentatiegerechtigde aan een uitkering tot levensonderhoud op de voet van art. 1:157 BW.”

Dit betekent dus, dat het kindgebonden budget bestemd is om te worden besteed aan de verzorging en opvoeding van het kind en niet om te voorzien in het levensonderhoud van de verzorgende ouder. 

De Hoge Raad uitspraak over dit onderwerp is hier te lezen:  Klik hier voor volledige uitspraak Hoge Raad.