geld + hamerRechtbank wijkt af van Tremarapport 2015!

In eerdere publicaties op mijn website heb ik al eerder gemeld, dat volgens het Tremarapport het volledige Kindgebonden Budget (inclusief de alleenstaande ouderkop) per 1 januari 2015 in mindering dient te worden gebracht op de kosten van een kind, zoals die uit de tabellen volgen. Dit kan er in bepaalde gevallen toe toe leiden, dat er geen behoefte meer resteert aan een bijdrage van de niet verzorgende ouder. Volgens het Tremarapport bestaat er dan ook geen aanleiding om een onderhoudsbijdrage aan die ouder op te leggen.

Bij beschikking van 9 januari 2015 is door de rechtbank Den Haag in een voorlopige voorzieningenprocedure bewust afgeweken van het Tremarapport. Aan de alimentatieplichtige ouder heeft de rechtbank de verplichting opgelegd om toch bij te dragen in de kosten van zijn kind, terwijl volgens de methode volgens het Tremarapport daartoe geen behoefte meer bestond.

In deze procedure zijn door de rechtbank de kosten van het kind berekend op € 146,– per maand.
Middels een door de rechtbank via de website van de Belastingdienst gemaakte proefberekening kwam naar voren, dat de vrouw aan kindgebonden budget in 2015 circa € 340,– per maand zou ontvangen, inclusief de alleenstaande ouderkop. De rechtbank stelde de draagkracht van de man (de niet verzorgende ouder) op basis van de draagkrachttabel vast op € 25,– per maand.

De overweging van de rechtbank luidt als volgt:
“Indien de aanbevelingen in de richtlijn van de Expertgroep Alimentatienormen op dit punt zouden worden gevolgd, inhoudende dat ook in de nieuwe situatie het gehele kindgebonden budget (inclusief de zogenaamde alleenstaande-ouderkop) in mindering wordt gebracht op de behoefte, leidt dit ertoe dat er in dit geval  behoefte van een minderjarige aan een bijdrage van de man zou overblijven. De rechtbank acht dit niet redelijk en in strijd met het wettelijk uitgangspunt dat ouders gehouden zijn tot het verstrekken van levensonderhoud aan hun kinderen (voor zover hun draagkracht dit toelaat). 

Maatschappelijk gezien vindt de rechtbank het niet aanvaardbaar dat in de behoefte van een kind volledig zou worden voorzien uit gemeenschapsmiddelen terwijl er bij de niet primair verzorgende ouder wel draagkracht is om een bijdrage aan het levensonderhoud van zijn of haar kind te leveren: de rechtbank is van oordeel dat de huidige regelgeving ook niet tot een dergelijke uitleg dwingt, nu de alleenstaande-ouderkop bedoeld lijkt te zijn als een inkomenspolitieke maatregel, vergelijkbaar met de alleenstaande-ouderkorting, een heffingskorting die tot 2014 bestond en niet op de behoefte van het kind in aftrek werd gebracht. Om die reden wijkt de rechtbank af van het advies van de Expertgroep Alimentatienormen op dit punt en handhaaft zij de door de man te betalen bijdrage van € 25,– ook na 1 januari 2015.”

De vraag is of deze uitspraak van de rechtbank Den Haag navolging zal gaan vinden in de rest van Nederland.
Via mijn website houd ik u uiteraard van een en ander op de hoogte.